Tijdens de Dag, de voleinding van de wereldgeschiedenis zoals wij die kennen, gebeuren er twee dingen.
Jezus komt terug om al Zijn mensen op te halen. Niet alleen de mensen die op dat moment leven, maar alle mensen uit de gehele geschiedenis die hun leven aan God hebben toevertrouwd. Zij worden op deze ontzagwekkende dag weer tot leven gewekt. Dit wordt in de Bijbel de eerste opstanding genoemd. Het is de grote dag waar Paulus naar uitkijkt:
“Ik heb de goed strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad”(II Timotheüs 4 : 7-8).
Opvallend dat Paulus de krans niet verwacht te ontvangen op het moment dat hij sterft. Hij krijgt ‘m pas bij de opstanding van de doden aan het eind van de tijd, samen met alle anderen die naar deze grote dag hebben uitgekeken. Ook Petrus spreekt over een erfenis die bewaard wordt voor de mensen van God en die zij krijgen, niet op het moment dat ze sterven, maar wanneer de grote dag aanbreekt:
"En als de Opperherder verschijnt, dan zult u de onverwelkbare krans van de heerlijkheid krijgen" (I Petrus 1 : 3-9 & 5 : 4).
Op die dag gaat deze enorme menigte, uit alle volken en talen, Jezus tegemoet ‘in de lucht’. Vanaf dat moment zullen zij voor altijd bij Hem zijn. Lees maar eens na in: Johannes 14 : 3 | I Korinthe 15 : 52-53 | Filippenzen 3 : 20-21 | 2 Timotheüs 4 : 7-8 | I Thessalonicenzen 4 : 16-17. Dat zal voorlopig nog niet op de vernieuwde aarde zijn. De nieuwe hemel en aarde komen namelijk pas later, nadat een periode van duizend jaar is verstreken. Waar die duizend jaar goed voor is lees je onder [Gods volk krijgt inzicht in de wereldgeschiedenis].
Alle doden uit de geschiedenis die zich van God hebben afgekeerd blijven op deze dag nog in hun graf. Zij komen pas later in beeld, bij de start van de eeuwige toekomst [een nieuw begin, 2eopstanding, eerlijk oordeel & het nieuwe Jeruzalem].
Wat gebeurt er met de mensen die niet in de wereldwijde gemeenschap van Jezus zijn opgenomen, omdat zij dit zelf niet wilden? Zij hebben een groot probleem. In het visioen van Openbaring wordt over deze achterblijvers het volgende gezegd:
“En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” (Openbaring 6 : 15-17. Zie bijv. ook Jesaja 2).
Na deze glorieuze en ontstellende Dag staat de teller van de wereldbevolking dus op nul. De volledige gemeenschap van God is met Jezus meegegaan. De rest van de wereldbevolking heeft de confrontatie met de levende God niet overleefd. De aarde zal voor een periode van duizend jaar volkomen leeg en verlaten achterblijven. Lees er meer over onder [een verlaten aarde].
Toch is deze dag nog niet helemaal het einde van de huidige geschiedenis. Dit is het begin van het einde. Een periode van [1000 jaar] breekt aan. Daarna volgt een tweede opstanding:
“Maar de overige van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren” (Openbaring 20 : 5-6).
Deze overige doden zijn alle mensen uit de geschiedenis die God hebben afgewezen. Zij zijn dus geen deel van de eerste opstanding, maar van de tweede opstanding. Na die tweede opstanding spreekt God een definitief oordeel uit [zie: een nieuw begin: 2e opstanding, eerlijk oordeel & het nieuwe Jeruzalem]. Aan de ene kant klinkt dit afschrikwekkend, en dat is het ook, want er gaan mensen verloren. Aan de andere kant is het fantastisch dat er Iemand is die door de complete wirwar aan leugens in onze geschiedenis alles aan het licht kan brengen zoals het werkelijk is. Hoe zou God anders alle dingen nieuw moeten maken om de nieuwe wereld te beginnen?
Het idee dat er een ‘geheime opname’ van de kerk gaat plaatsvinden heeft in brede kringen van de (westerse) kerk wortel geschoten. God zal volgens deze leer op een onverwacht moment, in stilte, alle christenen uit de wereld wegnemen. Het ene moment zijn ze er nog, het andere moment zijn ze er ineens niet meer. Tal van boeken, films en discussieavonden zijn geïnspireerd op deze theorie. Maar is het in lijn met de Bijbel?
Het idee van de ‘opname’ hangt nauw samen met de ‘dispensatieleer’. Volgens deze leer is de wereldgeschiedenis opgedeeld in een aantal perioden. Sinds de komst van Jezus heeft God een tijd ingelast voor de kerk. In die tijd leven we nu. In de toekomst zal God Zijn plan met het joodse volk weer oppakken (zie voor een uitleg over dit thema [490 jaar periode]). Maar voordat Hij dit doet zal Hij eerst de kerk uit het wereldtoneel halen, via een mysterieuze opname. Plotseling zijn alle christenen verdwenen. Daarna gebeuren er dan nog allerlei andere dingen, waaronder een grote verdrukking en de start van een duizend jarig ‘vrederijk’. Belangrijke teksten om deze theorie te ondersteunen zijn: Lukas 17:34 / I Korinthe 15:51-52 / I Thessalonicenzen 4:15).
Het is opmerkelijk dat de opname als een ‘geheime’ gebeurtenis wordt getypeerd. Je hoeft in diezelfde teksten namelijk maar een paar zinnen verder te lezen om het tegendeel te vinden:
Een geheime verplaatsing van de kerk, nog voor de grote dag van Jezus’, is niet in lijn met de Bijbel. Er is niks geheims aan de komst van Jezus. Het idee dat achtergebleven mensen op aarde nog een tweede kans krijgen na deze vermeende gebeurtenis kan mensen zelfs op het verkeerde been zetten. Wij wachten op de glorieuze terugkomst van Christus en op niks anders. Het is voor iedereen belangrijk om daar op voorbereid te zijn.
Een populaire theorie die samenhangt met de dispensatieleer is dat de eindtijd pas in zou gaan nadat de opname is geweest. Dit wordt vooral gebaseerd op Paulus’ 2e brief aan de Thessalonicenzen. Paulus spreekt hier over ‘de mens der wetteloosheid’ en over iets wat hem nog tegenhoudt: “Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was. En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, tot hij uit het midden verdwenen is” (2:6-7). De uitleg binnen deze leer is dat de heilige Geest, die in de kerk woont, niet meer aanwezig is na de opname. Pas dan kan de wetteloze (de antichrist) vrij spel krijgen. Maar hoe zouden de mensen die dan achterblijven ooit nog God kunnen vinden, als de heilige Geest er niet meer is om ze de weg te wijzen? En waarom spreekt Paulus, die zo vaak over de heilige Geest schrijft, hier ineens in bedekte termen?
De reden is eenvoudig. Paulus kende de profetie van Daniël, die stelt dat de ‘hoorn’ vanuit het romeinse rijk zou opkomen [1260V-dominantie]. Hij wist daarom dat de romeinse staat en de keizer voor deze nieuwe macht zouden moeten wijken. Dat kon hij de Thessalonicenzen mondeling wel toelichten (“Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was?”), maar om het zwart op wit te zetten was natuurlijk een risico. Daarom zegt hij het in bedekte termen: ‘u weet wat het is’ en er is ‘iemand’. Jullie weten wel waar ik het over heb. Paulus spreekt hier over het romeinse rijk en over de nieuwe macht die daar uit op zou komen (al wist hij nog niet precies wie of wat dit zou worden). Zo is de tekst uit Thessalonicenzen ook geïnterpreteerd door de vroege kerkvaders.
Het idee van een geheime opname komt ironisch genoeg juist uit de koker van de nieuwe machthebber waar Paulus op doelde. De theorie dat er tijdens een zevenjarige eindtijd plotseling een antichrist op het toneel verschijnt, is namelijk geïntroduceerd door de jezuïetenorde in het kader van de contrareformatie (16e eeuw). Het was een bliksemafleider, om de aandacht van Rome af te wenden. Later is het via John Darby (vergadering van gelovigen, 19e eeuw) de protestantse wereld binnen gesijpeld en enorm populair geworden. Kijk onder de tegel [1260 jaar V-dominantie] voor meer informatie over deze ontwikkelingen.
In Psalm 104 : 3 wordt een typisch Hebreeuws parallelisme gebruikt, waarin de wolken en de wind gecombineerd worden met de ‘engelen’ van God. Ze worden in de beeldspraak door elkaar gebruikt. Opvallend is ook dat Jezus tijdens Zijn hemelvaart door een wolk aan het zicht van Zijn leerlingen onttrokken wordt en direct daarna komen er twee engelen bij (Handelingen 1). Dat Jezus op de wolken komt heeft niks met het weerbericht te maken, maar betekent dat Hij samenkomt met een enorm leger van engelen. Verschillende andere plaatsen in de Bijbel bevestigen deze kijk. “Wanneer de Zoon de mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid” (Mattheüs 25 : 31). Zie ook Lukas 9 : 26 en II Thessalonicenzen 1 : 7. Dit zal een spectaculaire dag worden!