“Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof”? (Genesis 3 : 1). Met die ondermijnende vraag trekt de duivel Eva in een gevaarlijk gesprek. Hij verleidt haar om te reageren op een verhaal dat in zichzelf al niet klopt. Tegenwoordig zouden we het ‘framing’ noemen. Ze gaat het gesprek aan. “Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend” (Genesis 3 : 4-5). Eva hapt letterlijk en figuurlijk toe. De oer-leugen schiet wortel in de menselijke geschiedenis.
Dit zijn de basisingrediënten van de misleiding:
Vraag je je af waarom God de misleiding toestond? Lees erover bij [het risico van liefde].
De oer-leugen dat wij zelf als god kunnen zijn en op eigen kracht onsterfelijkheid bereiken, loopt als rode draad door alle religie heen die zich in de afgelopen duizenden jaren heeft ontwikkeld. Je kunt jezelf opwerken tot een staat van goddelijkheid, verlichting en inzicht door meditatie, karma, goede werken, rituelen of moderne techniek. Eigenlijk ben je diep vanbinnen zelf een god, verbonden met al het leven. Precies zoals The Lost Keys of Freemasonry het zegt: ‘Man is a god in the making’ (quote in G. Kah, En Route to Global Occupation, Huntington House Publishers, pg. 126). In onze dagen verschijnt diezelfde oude leugen in een nieuwe jas op het wereldtoneel, o.a. in de opkomst van new age en transhumanisme. De mens bouwt voor zichzelf een toekomst, gesteund door geld, welvaart, politiek & techniek. Daar heb je God toch niet meer bij nodig?
Wist je dat je de oer-leugen ook op plaatsen tegenkomt waar je het misschien helemaal niet zou verwachten? In de officiële catechismus van de katholieke kerk wordt de missie van Jezus als volgt beschreven: “Want Gods Zoon is mens geworden om ons tot God te maken. De eniggeboren Zoon van God nam, omdat Hij ons in zijn goddelijkheid wilde laten delen, onze natuur aan, opdat Hij, mens geworden, de mensen tot goden zou maken” (artikel 460, pg. 114. Catechismus van de Katholieke Kerk, Gooi & Sticht, 2008).
Hoewel de duivel en zijn duistere team veel invloed hebben, zijn ze niet bepaald creatief. Ze leveren namaak. Goedkope aftreksels van wat de eeuwige God doet. In de tijdlijn zul je ontdekken dat God bezig is om een wereldwijde gemeenschap te vormen, door alle generaties en plaatsen heen. Zijn doel is om in een liefdevol verbond te leven met al deze mensen, en wel voor altijd. De duivel zet in reactie daarop een anti-gemeenschap op. Een gemeenschap die niet onder God, maar zonder God wil leven. Het prototype van deze namaak is de oude stad Babel. Aanvankelijk was dat een echte, historische stad. Later in de Bijbel werd Babel het symbool van de wereldgemeenschap die zich roert buiten God om. In het laatste Bijbelboek Openbaring komen we de stad Babylon opnieuw tegen, in de context van de eindstrijd [een wereldwijd pact]. Het staat tegenover de stad Jeruzalem, de plek waar God onder Zijn mensen woont. Eerder in de geschiedenis had Jeruzalem ook als een echte, historische tegenhanger gefunctioneerd. Over die periode krijg je informatie onder [Gods verbond in steen op het kruispunt van grootmachten] en de [490 jaar periode]. Later zou de stad Jeruzalem, net als Babel, een symbolische lading krijgen. Het project Babel zal aan het eind der tijden in elkaar donderen, en het nieuwe, hemelse Jeruzalem komt daarvoor in de plaats.
De stad Babel, in de Mesopotamische regio (huidig Irak), zou de historische bakermat worden van alle menselijke religie die wij vandaag de dag kennen. Vanaf dat punt hebben de mensen zich, inclusief hun religieuze ideeën, symbolen en gewoonten, over de wereld verspreid [Het oude Babel verspreidt zich onder de volken]. De drive om een wereldrijk op aarde te bouwen, zónder God, is sindsdien altijd blijven bestaan. Er lopen allerlei lijnen vanuit die oude tijd, door de geschiedenis heen, tot in het hier en nu. Zou het in onze dagen alsnog lukken om de toren af te bouwen? In elk geval levert de leugen van zelfvergoddelijking, in een nieuw jasje, nog steeds de brandstof voor de antichristelijke macht die werkzaam is in onze tijd. En ja, het gaat nog steeds samen op met valse beloftes. Beloftes over vrede, veiligheid en geluk. Nee hoor, wij zullen niet sterven. We hebben geen redding nodig. Wij krijgen het leven zelf in handen. Wij zullen zijn als God! Maar ook in onze tijd zal die belofte een dubbele bodem blijken te hebben, waar we hard doorheen zakken. Alles wijst erop dat wij in onze dagen de climax gaan zien van dit duizenden jaren oude conflict. Dus misschien is het toch een beter idee om de namaak in te ruilen voor ‘the real thing’. Hoe zit het met jou? Heb jij al vaste grond onder de voeten?
De eerste strategie in een strijd is om zolang mogelijk onzichtbaar te blijven. Daarom zijn militaire voertuigen onopvallend gekleurd en proberen militaire strategen zoveel mogelijk onder de radar van de tegenstander te blijven. Zodra partijen elkaar in het vizier hebben gekregen barst de strijd openlijk los. Zo gaat dat ook in de geestelijke wereld. De duivel, met zijn geestelijke leger van demonen, probeert in eerste instantie onzichtbaar te blijven. Dat lukt in onze westerse, materialistische wereld aardig goed. Wij houden meestal geen rekening met wat onze ogen niet zien. En we hebben (vooral door lachwekkende en misplaatste voorstellingen in de middeleeuwse kunst) ‘geleerd’ dat de duivel een fantasiefiguur van lang geleden is. Ook kan de duivel zich verbergen achter een stortvloed aan mooie woorden. Hij komt ‘als een engel van het licht’. Toch neemt de hang naar spiritualiteit, mystiek, oosterse meditatie, hekserij, duistere elementen in films en games, en new age openlijk toe in de wereld. De geestelijke oorlogsvoering wordt steeds openlijker. Wil je standhouden in deze strijd, weet dan waar het in de kern om draait en trek de volledige wapenrusting van God aan!
Zijn wij alleen toeschouwers of slachtoffer van deze grootse strijd, of hebben we er zelf ook een rol in? Aan het slot van zijn brief aan de christenen in de oud-Griekse stad Efeze refereert de apostel Paulus naar de geestelijke oorlog achter de geschiedenis (Efeze hoofdstuk 6). Hij stelt zich bescheiden op als het gaat om wat wij hierin als mensen kunnen bereiken. Uiteindelijk is het namelijk Góds strijd. Het is niet in de eerste plaats een strijd tussen menselijke belangen, maar een strijd van geestelijke machten. Wat wij wel kunnen – en moeten – doen is standhouden. Aan de hand van het voorbeeld van een Romeinse wapenuitrusting legt Paulus uit wat dat inhoudt. “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. Neem daarom de wapenrusting van God aan (…)” (Efeze 6 : 12-13). Die wapenrusting bestaat uit een aantal onderdelen:
Het draait allemaal om de bevrijdende waarheid of de misleidende leugen. De grote oorlog komt daarom samen in een brandpunt: de moed om de waarheid van het evangelie te spreken, in je gezin, op het werk, in de politiek, de kroeg, of op de universiteit. Zelfs Paulus, die beroemde apostel, vraagt daar assistentie bij: “Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken” (Efeze 6 : 19-20). Dwars door heel de geschiedenis heen is het de unieke positie van Jezus en Zijn bijbehorende Evangelie die op het spel staan. Volg het spoor van deze strijd, door de tijden heen, in de wetenschap dat de overwinning vast en zeker is.
Een rode draad in de Bijbel is dat het kwaad niet zomaar geïdentificeerd kan worden met ‘andere’ mensen of groepen. Het is te makkelijk om anderen de schuld te geven en jezelf vrij te pleiten. Iedereen is onderdeel van het probleem. Het hart van het probleem, is namelijk het probleem van het menselijk hart. Elk mens heeft Gods genade en redding nodig. Toch is het zo dat kwade machten zich soms opvallend duidelijk manifesteren in bepaalde mensen of organisaties, omdat deze machten daarin volop de ruimte krijgen. In dat geval is het nodig om extra alert te zijn. Het is mogelijk om concrete situaties, personen of instituten aan te wijzen waar de duisternis zijn invloed laat gelden. De Bijbelse profeten en Jezus Zelf deden dat ook. Zij confronteerden individuele mensen en zelfs hele volken met de antigoddelijke weg die ze bewandelden. In de tijdlijn identificeren we, aan de hand van de Bijbelse profetie, waar het epicentrum van de kwade machten te vinden is. Begrip hiervan is onmisbaar voor het ontwikkelen van gezond geestelijk onderscheid.
Oordeelsvorming over mensen, organisaties of ontwikkelingen kan dus, als je eigen houding in overeenstemming is met het evangelie, gerechtvaardigd zijn. Houd daarbij wel het volgende onderscheid voor ogen. Wij kunnen met de hulp van de Bijbel, Gods Geest en de gemeenschap der heiligen, een oordeel vormen over praktijken en ideeën die in de wereld te vinden zijn, maar het uiteindelijke oordeel over individuele mensen, dat is aan God en niet aan ons. Als je dat in gedachten houdt kun je scherp worden in je onderscheidingsvermogen en tegelijk zelfs je ergste vijand liefhebben, omdat je het uiteindelijke oordeel aan God overlaat.
Oordeelsvorming is, in tegenstelling tot wat het postmodernisme ons laat geloven, niet per definitie negatief. Als een moeder een gezonde maaltijd voorschotelt aan haar kind, dan impliceert dit een moreel oordeel. Als zij datzelfde kind stimuleert om van de luie bank af te komen, dan is dat ook een vorm van oordelen. Het vormen van een oordeel kan heel positief zijn. Sterker nog, niemand kan leven zonder oordeelsvorming. Overigens bevat de postmoderne visie, dat je nergens over mag oordelen, zelf natuurlijk een oordeel. Er zijn maar weinig cultuurfilosofische trends die zó inconsistent zijn als ons hedendaagse postmoderne klimaat. De vraag is dus niet of wij oordelen vormen, maar hoe we dat doen en met welk doel. Dit gaat ook op als je een volgeling van Jezus bent. Het ontwikkelen van geestelijk onderscheid is van levensbelang om als christen door de wereldgeschiedenis te navigeren. De tijdlijn helpt je hierbij, door te laten zien hoe de geestelijke strijd in de loop van de tijd tot uiting is gekomen.
Moet je er bang van worden dat je jezelf midden op het strijdtoneel bevindt? Niet als je bij de CEO van hemel en aarde hoort, Jezus. Hij heeft ons verzekerd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Mattheüs 28 : 18). Het kan behoorlijk stormen op micro- en macroniveau. Maar uiteindelijk is God ‘in control’. Hij laat veel toe, omdat Hij mensen vrijheid geeft [zie: het risico van liefde], maar wanneer Hij ergens een streep onder zet is het gelijk afgelopen. Het grote beeld van Babylon [zie: Babylonië] dondert op slag in elkaar. Het pretentieuze project van Babel wordt met een knip in de vingers beëindigd [de verspreiding van alle volken]. Als Jezus opnieuw komt, zoals Hij heeft beloofd, is het per direct gedaan met alle grootspraak en hoogmoed. Het leven kan bij tijden een verhitte en spannende strijd zijn, maar de uitkomst staat vast. “Wie op de HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor eeuwig blijft. Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in eeuwigheid” (Psalm 125).
De geestelijke strijd achter de schermen is reëel, maar ook tijdelijk. De Bijbel weet niks van yin en yang, van een eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Alleen God is eeuwig (1 Timotheüs 6 : 16). Dat geeft perspectief. God is in de lead in deze geestelijke strijd. Let op de bewoordingen van Genesis 3: “(…) En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u [de duivel] en de vrouw [Eva], en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen” (Genesis 3 : 15). God Zelf zet de vijandschap op en zorgt ook voor de uitkomst. Hij belooft dat de kop van de slang zal worden vermorzeld. Nog even en dan is het dus definitief einde verhaal voor Gods tegenstander. God zal iets nieuws beginnen. Deze oer-belofte van uitredding heeft de mensheid al die duizenden jaren als een kostbaar bezit met zich meegedragen. Iedereen die op deze belofte vertrouwd heeft, werd ingelijfd in Gods wereldwijde gemeenschap. Gods belofte aan onze voorouders Adam & Eva vormt zo de allereerste verwijzing naar…
…de komst van Jezus [Jezus en het goede nieuws voor alle volken]
…de tweede komst van Jezus [de grote Dag]
…het moment waarop definitief afgerekend wordt met alle kwade machten [2e opstanding en het laatste oordeel & het nieuwe Jeruzalem]
…de dag waarop [de eeuwige toekomst] wordt ingeluid.
Alle macht, alle rijkdom
Alle wijsheid, alle kracht
Voor het Lam dat geslacht is
Alles, alles voor Hem
Alle eer, alle glorie
Alle adem voor de Heer
Tot in eeuwigheid, amen.
Jezus is dichtbij
Het leven krijgt een nieuw begin
De strijd komt tot een eind
De leeuw van Juda overwint
En de hele wereld zingt
Alles en iedereen zingt…
De Zuid-Afrikaanse professor Walter Veith gaf in 2002 een serie van 35 lezingen. Daarin liet hij stap voor stap zien dat de wereldgeschiedenis begrepen kan worden als een ‘total onslaught’ (een alomvattende aanval). Een aanval waarop? Op de uniciteit van Jezus, de Zoon van God. Jezus mag wel een religieuze held zijn of een prominent historisch figuur. Maar Hij mag niet de Alfa en Omega zijn, niet de eniggeboren Zoon van God, niet de Vredevorst die de gehele wereldgeschiedenis bestuurt. De poging om Jezus van Zijn unieke positie te ontdoen en Hem aan de zijlijn te zetten, vormt de diepere geestelijke drijfveer achter veel ontwikkelingen in onze wereld. Veith concretiseert zo de langlopende ‘vijandschap’ tussen de duivel en de grote nakomeling van Eva: Jezus van Nazareth (Genesis 3 : 15). Je kunt de Total Onslaught-serie op YouTube vinden. Je hoeft hier niet te zoeken naar een gelikte productie, maar je vindt wel een interessante bijdrage die stof tot nadenken geeft. Verderop in de tijdlijn zal er een paar keer naar verwezen worden.