Om een kandidaat aan te wijzen hebben we kenmerken nodig. Deze kenmerken worden ons op een presenteerblaadje aangereikt aan de hand van de profetieën uit de boeken Daniël en Openbaring.
Onder de tegel [Babylon] staat een visualisatie die ons op weg helpt. Je vindt daar de volgende drie dingen:
Wat direct opvalt is dat het beest uit de zee een optelsom is van de vier dieren (je ziet dat in de visualisatie onder [Babylonië] terug). Het beest vertoont daarnaast ook de eigenschappen van de groeiende ‘hoorn’. In dit beest uit de zee komen blijkbaar de eerdere wereldmachten samen. Het zal uitgroeien tot een supermacht die het toneel van de laatste dagen gaat beheersen. Openbaring 13 zegt dat ‘heel de wereld er in verwondering achteraan zal lopen’. Samen leveren deze visioenen van Daniël en Openbaring een herkenbare lijst van eigenschappen op. Is er dus een historisch aanwijsbare organisatie die in aanmerking komt voor deze dubieuze rol op het wereldtoneel? Hieronder vind je de kenmerken op een rij.
In het Nieuwe Testament worden nog meer kenmerken genoemd van de anti-goddelijke macht die actief zal zijn in de wereldgeschiedenis. We kunnen die aan de lijst toevoegen.
Er is slechts één organisatie in onze wereldgeschiedenis die in de buurt komt van deze lange lijst van kenmerken. Meer nog, die exact aan alle kenmerken voldoet. Helaas is de enige plausibele conclusie dat de profetie in de Bijbel wijst op de V-Power, het Vaticaan. Wist je dat het Vaticaan…
Conclusie
In Rome ligt volgens de Bijbelse profetie het epicentrum van de geestelijke strijd die in de wereldgeschiedenis gaande is. De bottomline van deze strijd is dat Jezus buitenspel wordt gezet.
Laat duidelijk zijn dat hiermee niks ten nadele is gezegd over individuele katholieke mensen. God heeft elk mens in deze wereld op het oog. Er zijn in de geschiedenis veel godvrezende katholieken geweest. Toch is het ontwikkelen van geestelijk onderscheid ten opzichte van wat er in de wereld gaande is van levensbelang. Waarom zou God in Zijn Woord duidelijke aanwijzingen geven over de geschiedenis, als we die nooit zouden kunnen begrijpen of er niets aan zouden hebben? Waarom waarschuwde Jezus voor misleiding als wij geen geestelijk oordeel kunnen vormen? Door Zijn Woord heeft God licht geworpen op de wereld. Het beest en de hoorn (beide duiden op dezelfde macht) symboliseren het machtsinstituut van het Vaticaan, de insiders die dit vertegenwoordigen, de wereldwijde samenwerkingsverbanden, de religieuze oecumene en de geestelijke machten die dit allemaal aansturen. In de kern draait dit erom mensen bij Jezus weg te houden. Daarbij is alles geoorloofd, van subtiele verleiding tot grof geweld. Wees dus niet naïef. Niet alles op het wereldtoneel is wat het lijkt.
Vele christenen uit de kerkgeschiedenis hadden al dezelfde conclusie getrokken. Zij wezen naar het Vaticaan als de anti-goddelijke macht van de Bijbelse profetie. Het Vaticaan heeft in de 16e eeuw, om deze verdenkingen van zich af te wenden, twee bliksemafleiders ontwikkeld. Met groot succes. Vanaf de 16e eeuw opende de roomse jezuïetenorde (opgericht in 1534 door Ignatius van Loyola) de tegenaanval. Hun doel was (en is) om de reformatie de nek om te draaien en het machtssysteem van Rome veilig te stellen. Dit ging vaak gepaard met grof geweld. Toch werden er ook subtiele strategieën ontwikkeld. In deze periode van de ‘contra-reformatie’ (sinds de 16e eeuw en later) werden twee bliksemafleiders ontwikkeld in de vorm van alternatieve theorieën over de ‘antichrist’. De antichrist zou volgens deze theorieën niet in het hier en nu actief zijn. De antichrist werd verbannen naar een lang vervlogen verleden of vooruitgeschoven naar een verre toekomst.
De promotie van deze twee verschillende theorieën is opmerkelijk. De jezuïeten kende een strakke militaire hiërarchie (onder [een wereldwijd pact] lees je daar meer over). Rome voerde altijd streng beleid op de leerstellingen. Toch werd het toegestaan dat er parallel aan elkaar twee totaal tegenstrijdige visies op de theologische markt werden gebracht.
De verdeel en heers strategie van de jezuïeten heeft gewerkt. Dit is de reden waarom er binnen de protestants-evangelische wereld zo ontzettend veel verwarring is ontstaan over de gang van zaken rond de eindtijd. Allerlei soorten en maten ideeen over de toekomst hebben het licht gezien. Je ziet door de bomen het bos niet meer. Met name het futurisme heeft binnen de kerk gelatenheid in de hand gewerkt. Steeds weer waren er mensen die dachten dat de zeven jaar periode was aangebroken en steeds opnieuw moest dat worden bijgesteld. Als je dat een paar keer hebt meegemaakt verliest de profetische uitleg zijn geloofwaardigheid. Zodra je echter inziet dat de preteristische en futuristische visies beide in hun geheel onhoudbaar zijn, wordt het direct weer een stuk eenvoudiger. Alles begrijpen doen we niet, maar de hoofdlijn is helder. Er is een historische, onafgebroken lijn van supermachten, die loopt vanaf Babel, via Medo-Perzie, Griekenland en Rome tot in het hier en nu. Het epicentrum van de geestelijke strijd is helder en - ook in onze dagen - duidelijk herkenbaar.
Hier zie je een impressie van de twee beruchte ‘bliksemafleiders’:
Op de vloer in het Vaticaan vind je de titel Pontifex Maximus, die teruggaat op de Romeinse keizers. En zelfs verder terug, naar Assyrië. Herken je trouwens ook de gevleugelde leeuw? Dat is het symbool van Babylon.
Ook allerlei andere symbolen zijn overgenomen uit oude religies, zoals de mijter en het gebruik van wijwater (uit de Baäl religie).
Het idee dat de anti-goddelijke supermacht pas tot bloei kon komen na de val van het Romeinse Rijk, ligt in lijn met het getuigenis van meerdere vroege kerkvaders.
Tertullianus zegt bijvoorbeeld:
“He who now hinders must hinder until he be taken out of the way. What obstacle is there but the Roman state; the falling away of which, by being scattered into ten kingdoms, shall introduce antichrist.” Tertullian, “on the resurrection”, chapt 24, 25. (Christian apologist in North Africa, 200 AD).
Edward B. Elliot stelde in 1862:
“We have the consenting testimony of the early fathers, from Irenaeus, the disciple of St. John, down to Chryosotom and Jerome, to the effect that it was understood to be the imperial power ruling and residing at Rome (Edward. B. Elliot, Commentary on the Apocalypse, volume 3, pg 92 (1862). En H. Grattan Guinness stelt: “(…) While the Caesars held imperial power, it was impossible for the predicted antichrist to arise….On the fall of the Caesars he would arise.” (Guinness, Romanism and the Reformation, pg. 105 (1887).
Het laatste avondmaal is door Christus ingesteld als symbool om Zijn dood te herdenken en om vooruit te zien naar Zijn wederkomst (1 Korinthe 11 : 23-26). Het brood en de wijn zijn symbolen van het eenmalige offer dat Christus heeft gebracht. De brief aan de Hebreeën onderstreept heel duidelijk dat het offer van Christus eenmalig was en voldoende voor de vergeving van alle zonde (“Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt”, Hebreeën 10 : 14). In protestants-evangelische kringen wordt dit symbool vaak gevierd. De katholieke viering van het avondmaal wordt ‘eucharistie’ genoemd. Het lijkt oppervlakkig gezien ook een symbolische herinnering te zijn, maar bij nader onderzoek is het iets heel anders.
De eucharistie neemt een zeer centrale plek in bij het denken en doen van Rome:
“De eucharistie is ‘de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijk leven’.”
“Kortom, de eucharistie is de samenvatting van ons geloof: ‘Onze manier van denken stemt overeen met de eucharistie, en omgekeerd bevestigt de eucharistie onze manier van denken” (Catechismus pg. 312).
Als dit de kern is, dan is het belangrijk om de betekenis hiervan goed te begrijpen. Wat zegt de katholieke catechismus over dit ritueel? Hier is een quote uit de officiële documenten:
“De offergave is een en dezelfde: door het priesterlijk dienstwerk offert nu dezelfde die eertijds aan het kruis zichzelf ten offer opdroeg: alleen de wijze van offeren is verschillend. En omdat in dit goddelijk offer dat tijdens de mis voltrokken wordt, dezelfde Christus, die zichzelf eenmaal op het altaar van het kruis op bloedige wijze offerde, aanwezig is en Hij op onbloedige wijze geofferd wordt (…)[is] dit offer waarlijk een zoenoffer” (pg. 322, cursivering toegevoegd).
De catechismus stelt in alle toonaarden dat tijdens de eucharistie Christus Zelf opnieuw geofferd wordt. Dus in de tegenwoordige tijd. Dit is volgens de theologie van het Vaticaan dus niet als een symbool op te vatten, maar als een feitelijke gebeurtenis. Daar is in de middeleeuwen een complete strijd om geweest (de zogeheten ‘transsubstantiatie leer’). De gehele religieuze praktijk wordt opgetuigd om te benadrukken dat Christus Zelf op het altaar ligt. Het woord ‘hostie’ is afgeleid van het Latijnse hostia, wat slachtoffer betekent. Er moet dan ook een priester aan te pas komen om dit offer te volbrengen. Christus steeds opnieuw weer offeren in het hier en nu. Wie zou dat in vredesnaam willen?
Luister ook eens naar deze lezing van Walter Veith over de leer van Rome:
https://www.youtube.com/watch?v=n8sgxGSTcjM